Kampen op Java: Toelichting

                                                                                                                                                                                    31-12-2010

 

English

 

BURGERKAMPEN. In de loop van 1942 werden alle blanke Nederlandse mannen en eind 1942 ook alle blanke Nederlandse vrouwen en kinderen geďnterneerd; later – in de loop van 1943-1944 - werden ook Neder­landers met gemengd bloed geďnterneerd. De kampen lagen eerst verspreid over geheel Java, later werden de geďnterneerden geconcentreerd in en rond enige grote steden: de mannen en oudere jongens in Bandoeng/Tjimahi, de vrouwen en kinderen deels in Batavia, deels in Semarang/Ambarawa. Allen bleven op Java (er waren geen overzeese transporten).

De volgorde, waarin de kampen worden opgesomd, wordt bepaald door de geografische ligging van de stad: van west naar oost (naar analogie van de indeling van de Kampatlas); per stad wordt een alfabetische volgorde aangehouden.

 

KAMPADMINISTRATIE. Oorspronkelijk werden de kampen beheerd door burgerlijke Japanse autoriteiten. Omstreeks 1 april 1944 werd het toezicht op de burgerkampen op Java overgedragen aan de militaire Japan­se autoriteiten (16e leger). Deze hebben in korte tijd het aantal burgerinterneringskampen terugge­bracht tot 28, verdeeld over 3 gewesten (Batavia/Buitenzorg, Bandoeng/Tjimahi en Semarang). Ieder gewest had een aparte Japanse comman­dant, alles on­der het centrale gezag van kolonel Nakata, die tot de Japanse capitulatie het commando voerde over alle kampen op Java (behalve over de burgerkampen ook over de krijgs­gevan­genkampen en de werk­kampen).

 

KAMPNUMMERS. Alle geďnterneerden kregen vanaf april 1944 een individueel kampnummer. Als zij bin­nen één gewest werden overgebracht naar een ander kamp, dan behielden zij dat nummer; werden zij getrans­porteerd naar een ander gewest, dan kregen zij een nieuw nummer. Het kampnummer geeft dus informatie over de transporten van betrokkene. Een overzicht van de uitgegeven kampnummers per gewest is weer­gegeven in Kampatlas, deel II, pg 15-18.

 

TRANSPORTEN. Gedurende de gehele interneringsperiode vonden transporten van gevangenen plaats, over geheel Java, steeds per trein en in grote aantallen. Exacte gegevens over deze transporten zijn niet bekend, maar aan de hand van (dag)boeken van kamp­bewoners is een globaal inzicht verkregen. De trans­porten zijn vermeld tot uiterlijk 23.08.45, de dag dat de capitulatie van Japan in de kampen bekend werd gemaakt; na deze datum werd de situatie in de kampen zo chaotisch dat over aantallen personen in de kampen geen betrouwbare gegevens bestaan. Naamlijsten van trans­porten zijn niet bewaard gebleven (mogelijk nooit gemaakt).

 

STERFTECIJFERS. Tijdens de trans­porten čn in de kampen zelf zijn velen overleden; mede hierdoor zijn de hier gegeven aantallen personen niet meer dan globale schattingen; in de literatuur wordt een sterftecijfer van 13% vermeld, gemiddeld over alle burgerkampen.

 

LITERATUUR. Bij ieder kamp is de literatuur over dat kamp vermeld, inclusief (dag)boeken en vermeldingen in de Geďllustreerde Atlas van de Japanse Kampen in Nederlands-Indië 1942-1945 (afgekort: Kampatlas). De aanduiding “Persoonlijke mededeling” verwijst naar telefoongesprekken, brieven, dagboeken van ex-geďn­ter­neerden (archief Henk Beekhuis).

 

FOTO’S EN TEKENINGEN. Uit de interneringsperiode zijn geen foto’s bekend; direct na de Japanse capitu­latie zijn vele kampen bezocht door hulporganisaties, waarbij foto’s zijn gemaakt. Deze geven dus het beeld weer van de toestand in de kampen eind augustus 1945.

Tijdens de kampperiode zijn vele tekeningen gemaakt. Deze zijn terug te vinden in de aangegeven bronnen.

 

KAMPNAAMLIJSTEN. Op bevel van de Japanse autoriteiten in Tokio zijn onmiddellijk na de Japanse capitu­latie op 15 augustus 1945 de officiële kampadministraties vernietigd. Van sommige kampen zijn echter de naam­­lijsten bewaard gebleven, vaak met vermelding van kampnummer en huis- of baraknummer. De vindplaats is dan vermeld.

 

PLATTEGRONDEN. Van sommige interneringskampen zijn plattegronden bekend, bewaard gebleven in dag­boe­ken of na de oorlog uit het geheugen gereproduceerd. De vindplaats is dan vermeld. Enige plattegronden (met name die van de grote eindkampen) zijn bij de kampgegevens opgenomen.

 

 

 

 

 

 

AFKORTINGEN. De volgende afkortingen zijn gebruikt:

APWI     Allied Prisoners of War and Internees (ex-geďnterneerden Japanse kampen)

AS          Algemene Secretarie van de Nederlands-Indische Regeering (archiefdeel van NA)

BuZa      Buitenlandse Zaken (Ministerie in Den Haag)

CIB         Centraal InformatieBureau (onderdeel van NIRK)

IC            Indische Collectie (archiefdeel van NIOD)

IFTU       Inhabitants Friendly to Us (Indo-Europeanen, niet geďnterneerd in Japanse kampen)

IRK         Internationale Rode Kruis (Genčve)

KIT         Koninklijk Instituut voor de Tropen (Amsterdam)

KITLV    Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkendkunde (Leiden)

NA          Nationaal Archief (Den Haag)

NEFIS     Netherlands Forces Intelligence Service

NICA      Netherlands-Indies Civil Administration

NIOD      Nederlands Instituut voor OorlogsDocumentatie (Amsterdam)

NIRK      Nederlands-Indische Rode Kruis (Batavia)

NN          onbekende auteur

NRK       Nederlandse Rode Kruis (Den Haag)

ODO       Opsporingsdienst Overledenen (Departement van Justitie)

OGS        OorlogsGravenStichting (Den Haag)

OP           Overzeese Pensioenen (archiefdeel van SAIP)

PGH        Procureur-Generaal van het Hooggerechtshof (archiefdeel van NA)

pppd       per persoon per dag (hoeveelheid voedsel)

RAPWI  Recovery of Allied Prisoners of War and Internees

SAIP       Stichting Administratie Indonesische Pensioenen (Heerlen)

WNI       Warga Negara Indonesia (Indonesisch Staatsburgerschap)

WOII      Tweede Wereldoorlog

 

 

Index