De internering van Nederlanders in Zuid-Sumatra begon reeds in
maart 1942, toen mannen en oudere jongens enerzijds en vrouwen en kinderen
anderzijds werden geïnterneerd in respectievelijk de mannen- en de vrouwenkampen
in de naaste omgeving van hun woonplaats.
In de loop van 1942 en 1943 werden zij verzameld in één mannenkamp
en één vrouwenkamp: in januari 1943 werden de mannen allen overgebracht
naar het Barakken-kamp in Palembang, in september 1943 naar de Gevangenis
in Muntok en in maart 1945 naar het eindkamp Belalau, de vrouwen werden ook
eerst verzameld in het Barakken-kamp in Palembang, eind september na het
vertrek van de mannen, vervolgens in november 1944 naar een Barakken-kamp
in Muntok en tenslotte in april 1945 ook naar Belalau. Hier zaten de mannen
en de vrouwen geheel gescheiden van elkaar in het mannen- en het
vrouwenkamp Belalau temidden van rubberbossen.
Eind september 1945 begon de evacuatie van Belalau naar de
RAPWI-wijk in Palembang; op 07-10-45 was de evacuatie voltooid.
Zuid-Sumatra
|
Boekit Besar, Palembang
Gevangenis, Palembang
Lahat
|
Muntok
Omgeving, Palembang
Pladjoe
|
Gevangenis
|
Pladjoe
|
Talang
Semoet
|
16-1-1943
480 ma
|
xx-2-1943
150 ma
|
11-4-1943
9 jo
|
Palembang:
Barakken
|
19-9-1943
639 ma
|
Muntok-Gevangenis
|
4-10-1943
30 ma
|
17-10-1943
500 ma
|
18-10-1943
501 ma
|
Belalau (ma)
|
|
|
|
|
|