Sandakan                     Huizen                 NW-Borneo

 

                                                                                                                                                                                19-5-2011

Ligging

Sandakan lag op de noord-oostelijke punt van Borneo, in het voormalige Brits Borneo (thans Brunei).

In Sandakan waren een Mannenkamp en een Vrouwenkamp; het mannenkamp was ondergebracht in het Gouver­nementshuis, het vrouwenkamp in een particulier huis. In mei 1942 werden de geďnterneerden over­gebracht naar Berhala-eiland, een eilandje voor de kust, waar in het verlaten liggende quarantaine-station (voor de lepra-lijders) ook weer een mannenkamp en een vrouwenkamp werden ingericht, Berhala (ma) en Berhale (vr). Deze kampen lagen honderd meter van zee en waren omheind door 3 meter hoog prikkeldraad.

 

Kampcommandant              

majoor Suga

 

Transporten

datum

binnengekomen

uit

vertrokken

naar

aantal

per

transport

aantal

in

kamp

type

personen

 

MANNENKAMP

 

 

 

 

20.01.42

Omgeving

 

30

30

ma

12.05.42

 

Berhala-eiland (ma)

30

0

ma

 

VROUWENKAMP

 

 

 

 

20.10.42

Omgeving

 

10

10

vr,ki

12.05.42

 

Berhala-eiland (vr)

10

0

vr,ki

 

BERHALA (ma)

 

 

 

 

12.05.42

Gouvernementshuis

 

30

30

ma

14.05.42

Tawau

 

25

 

ma (1)

07.03.43

 

Kuch: Batoe Lintang (2)

80

0

ma

 

BERHALA (vr)

 

 

 

 

12.05.42

Huis

 

10

10

vr,ki

xx.xx.42

Omgeving

 

10

10

vr,ki

12.01.43

 

Kuch: Batoe Lintang

20 (3)

0

vr,ki

Afkortingen/Noten

ki=kinderen, ma=mannen, vr=vrouwen

Kuch=Kuching

(1) Fathers

(2) per boot via Kadat, Jesselton, Laboean, totale reisduur 6 dagen

(3) waaronder 3 zusters en enige Engelse, Amerikaanse en Chinese vrouwen

 

Omstandigheden

VOEDING. Het voedsel was slecht: de slechte rijst zat vol korreltjes kalk (waarschijnlijk toegevoegd om bederf tegen te gaan), beetje vis met vliegen en beetje groente met veel zand; twee maaltijden per dag, eenmaal gekookt, dus ’s avonds koud eten. Na 6 weken waren de Chinese koks vertrokken en mochten we zelf koken. Later werd het eten heel erg schaars, zodat we ’s nachts eten gingen halen (smokkelen) van buiten het kamp.

GEZONDHEID. Door het slechte eten waren er veel zieken; het leek op dysenterie, maar het kwam waar­schijnlijk door de kalkkorrels in het eten.

BADEN. Na zekere tijd mochten de kampbewoners enige uren per dag naar het strand (mannen en vrouwen apart); toen de vrouwen en kinderen naar Kuching waren vertrokken, mochten de mannen de gehele dag naar het strand.

 

Literatuur:

Dulm, J. van e.a. - Atlas Japanse Kampen, Deel I, 2000, pg 182

Keith, Agnes Newton - Vrouwenkamp Borneo, 1950

Schoor, Father Frans van den - Brief aan het moederhuis, 1945, Mill Hill archief, pg 4-6

 

 

Index                    Kampen op Borneo